Het aantal migranten uit EU-landen en in het bijzonder uit Midden- en Oost-Europese landen is de afgelopen jaren flink toegenomen. Een controversiële kwestie in het maatschappelijke debat over migratie is het beroep dat migranten doen op sociale regelingen en de druk die dit zou veroorzaken op de overheidsfinanciën. Het doel van dit artikel is om aan de hand van empirisch onderzoek inzicht te verschaffen in de mate waarin dit het geval is. Op basis van gedetailleerde administratieve data berekenen we de uitkeringen en toeslagen die intra-EU-migranten ontvangen en we vergelijken die met de uitkeringen en toeslagen die autochtone Nederlanders ontvangen. De resultaten laten zien dat EU-migranten minder vaak en lagere uitkeringen en toeslagen ontvangen dan Nederlanders en dat deze verschillen variëren tussen regelingen. Uit regressieanalyses valt op te maken dat een deel van de verschillen in ontvangen toeslagen en uitkeringen tussen EU-migranten en autochtone Nederlanders kan worden verklaard door compositie-effecten. Vervolgens blijkt uit analyses van interactie-effecten dat met name leeftijd een rol speelt.